Ongeacht de locatie van de mast (grond of gebouw) Voor constructies met een hoogte van minder dan 50 m is geen melding vereist bij de bevoegde toezichthoudende autoriteit voor de militaire luchtvaart (100 meter voor de burgerluchtvaart). De wettelijke basis hier is de verordening van de minister van Infrastructuur van 25 juni 2003 over de methode voor het melden en markeren van luchthindernissen (Staatsblad nr. 130, item 1193). Het is echter de moeite waard eraan te denken dat dit in overeenstemming is met paragraaf 26 1 van het bovengenoemde voorschrift moet de mast (meer dan 10 meter hoog) op het hoogste niveau worden gemarkeerd met hindernislichten met lage intensiteit, gemarkeerd in bijlage 2 bij het bovengenoemde voorschrift als type A.
De situatie is anders wanneer de geplande investering grenst aan luchtvaartfaciliteiten of zich in de landingsstrook (luchtcorridor) bevindt. In deze opstelling is overeenstemming noodzakelijk, ongeacht de hoogte van de geplande mast. Gemeenten beschikken over passende kaarten die de reikwijdte van luchthavennabije zones bepalen waarvoor speciale eisen gelden. In de overeenkomst worden de details aangegeven van de schilder- en lichtmarkeringsverplichtingen waaraan moet worden voldaan.