Het belangrijkste verschil tussen masten en torens is het gebruiksgemak en de hoeveelheid ruimte die nodig is voor de installatie ervan. Er is ook een economisch aspect. Over het algemeen zijn torens duurder, maar hebben ze veel minder ruimte nodig, en zijn masten goedkoper, maar het perceel dat nodig is om het afspansysteem te huisvesten moet veel groter zijn.
De masten vereisen periodieke inspecties en controle van de spanning van de touwen, en in een kritieke situatie kunnen ze omvallen als gevolg van grove bedieningsfouten. Hoewel de torens duurder zijn, zijn ze onderhoudsvrij, vooral als ze van aluminium zijn en sets van roestvrijstalen schroeven gebruiken. Ook is er geen risico dat de toren instort door verkeerd onderhoud of sabotage.
Torens, vooral die met een topbreedte van één meter, zijn aanzienlijk veiliger en handiger in gebruik. Een interne ladder maakt het voor de servicemonteur gemakkelijker om zich door de constructie te verplaatsen. Het is bedekt met een natuurlijke mand in de toren. De torens maken een eenvoudige installatie mogelijk van het Securo anti-valsysteem (optie in AuPro T1000 torens).
Het laatste aspect betreft de kwestie van de natuurbescherming. Op sommige buitenlandse markten, maar ook in bepaalde gebieden van Polen (bijvoorbeeld Natura 2000), zijn er vanwege vogelbescherming beperkingen op het gebruik van spanbanden. In deze opstelling zijn torens mogelijk de enige beschikbare keuze.